Are you privileged?
Philippians 1:28-29 NLT
Don’t be intimidated in any way by your enemies. This will be a sign to them that they are going to be destroyed, but that you are going to be saved, even by God himself. For you have been given not only the privilege of trusting in Christ but also the privilege of suffering for him.
Bent u bevoorrecht?
Filippenzen 1:28-29 NBG51
zonder dat gij u in enig opzicht door de tegenstanders laat beangstigen. Hierin is voor hen een aanwijzing van hún verderf, doch van úw behoud, en dat van Godswege. Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden,
......................
You thought one present was good but two is even better. Possibly the second is what you need now. Everyone at one time or another wants to be rescued. And when you are desperate you are likely to put your trust in the weakest of things. We sometimes say you are grasping at straws. Imagine you are falling. Now imagine that you are slipping down a steep cliff and you are clawing the stone wall looking for anything to grab. You reach out and you catch a hold of a small twig from a little tiny tree trying to grow in the crumbling rock face. At that moment you are not falling anymore and you are putting your trust in the small tiny tree to hold your weight and keep you from plunging to your death below.
Christ is a safe platform, a sure, stable and comfortable place to stand. You can be confident in him far far more than the tiny little tree we imagined earlier. Still it is a privilege to have a safe place to stand. The safe place needs to be protected because people above are hurling down stones. And others who are falling are grabbing at you to drag you down with them.
It's not easy to discuss the privilege of suffering. It isn't such an applauded position. People aren't fighting for the privilege. Suffering comes and you don't see the sigh of relief. A cheer doesn't go up and celebrations don't break out. Trust can be seen to be the natural response to need. And it isn't difficult to employ when the free fall of our tragic position becomes apparent.
But who considers suffering a privilege?
Jesus did. Paul writes hear that he did.
To be associated with Jesus even in suffering is better than a trouble free life.
We are to quick to pray suffering away. We struggle to see that this is God's way.
How might you suffer for Jesus?
Do you see suffering as a privilege equal to trust in Jesus?
.....................
Philippians 1:1-30 NLT
This letter is from Paul and Timothy, slaves of Christ Jesus. I am writing to all of God’s holy people in Philippi who belong to Christ Jesus, including the elders and deacons. May God our Father and the Lord Jesus Christ give you grace and peace. Every time I think of you, I give thanks to my God. Whenever I pray, I make my requests for all of you with joy, for you have been my partners in spreading the Good News about Christ from the time you first heard it until now. And I am certain that God, who began the good work within you, will continue his work until it is finally finished on the day when Christ Jesus returns. So it is right that I should feel as I do about all of you, for you have a special place in my heart. You share with me the special favor of God, both in my imprisonment and in defending and confirming the truth of the Good News. God knows how much I love you and long for you with the tender compassion of Christ Jesus. I pray that your love will overflow more and more, and that you will keep on growing in knowledge and understanding. For I want you to understand what really matters, so that you may live pure and blameless lives until the day of Christ’s return. May you always be filled with the fruit of your salvation—the righteous character produced in your life by Jesus Christ —for this will bring much glory and praise to God. And I want you to know, my dear brothers and sisters, that everything that has happened to me here has helped to spread the Good News. For everyone here, including the whole palace guard, knows that I am in chains because of Christ. And because of my imprisonment, most of the believers here have gained confidence and boldly speak God’s message without fear. It’s true that some are preaching out of jealousy and rivalry. But others preach about Christ with pure motives. They preach because they love me, for they know I have been appointed to defend the Good News. Those others do not have pure motives as they preach about Christ. They preach with selfish ambition, not sincerely, intending to make my chains more painful to me. But that doesn’t matter. Whether their motives are false or genuine, the message about Christ is being preached either way, so I rejoice. And I will continue to rejoice. For I know that as you pray for me and the Spirit of Jesus Christ helps me, this will lead to my deliverance. For I fully expect and hope that I will never be ashamed, but that I will continue to be bold for Christ, as I have been in the past. And I trust that my life will bring honor to Christ, whether I live or die. For to me, living means living for Christ, and dying is even better. But if I live, I can do more fruitful work for Christ. So I really don’t know which is better. I’m torn between two desires: I long to go and be with Christ, which would be far better for me. But for your sakes, it is better that I continue to live. Knowing this, I am convinced that I will remain alive so I can continue to help all of you grow and experience the joy of your faith. And when I come to you again, you will have even more reason to take pride in Christ Jesus because of what he is doing through me. Above all, you must live as citizens of heaven, conducting yourselves in a manner worthy of the Good News about Christ. Then, whether I come and see you again or only hear about you, I will know that you are standing together with one spirit and one purpose, fighting together for the faith, which is the Good News. Don’t be intimidated in any way by your enemies. This will be a sign to them that they are going to be destroyed, but that you are going to be saved, even by God himself. For you have been given not only the privilege of trusting in Christ but also the privilege of suffering for him. We are in this struggle together. You have seen my struggle in the past, and you know that I am still in the midst of it.
Filippenzen 1:1-30 NBG51
Paulus en Timoteüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen; genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk; immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen met blijdschap, wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. Zó van u allen te denken spreekt voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag, daar gij allen, zowel bij mijn gevangenschap als bij mijn verdediging en bevestiging van het evangelie, deelgenoten zijt van de mij verleende genade. God toch is mijn getuige, hoezeer ik met de ontferming van Christus Jezus naar u allen verlang. En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden, waarop het aankomt. Dan zult gij rein en onberispelijk zijn tegen de dag van Christus, vervuld van de vrucht van gerechtigheid, welke door Jezus Christus is, tot eer en prijs van God. Ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen mij wedervaren is veeleer tot bevordering van de evangelieprediking heeft gestrekt. Daardoor toch is aan het gehele hof en aan al de overigen duidelijk geworden, dat ik in gevangenschap ben om Christus’ wil, en het merendeel der broeders in de Here heeft door mijn gevangenschap vertrouwen gekregen om met des te meer moed onbevreesd het woord Gods te spreken. Sommigen prediken de Christus wel uit nijd en twist, maar anderen doen het met goede bedoeling. Dezen verkondigen de Christus uit liefde, daar zij weten, dat ik tot verdediging van het evangelie gesteld ben, maar genen uit eigenbelang, met de onzuivere bedoeling, mij de gevangenschap zwaar te maken. Wat doet het ertoe? In elk geval, hetzij met een bijoogmerk, hetzij in oprechtheid, wordt Christus verkondigd; en daarin verblijd ik mij, en zal ik mij ook verblijden. Want ik weet, dat dit mij tot behoud zal strekken door uw gebed en de bijstand des Geestes van Jezus Christus, naar mijn vurig verlangen en hopen, dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal staan, maar dat met alle vrijmoedigheid, zoals steeds, ook nú Christus zal worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood. Want het leven is mij Christus en het sterven gewin. Indien ik in het vlees blijf leven, betekent dat voor mij werken met vrucht, en wat ik moet kiezen, weet ik niet. Van beide zijden word ik gedrongen: ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dit is verreweg het beste; maar nog in het vlees te blijven is nodiger om uwentwil. En in deze overtuiging weet ik, dat ik zal blijven en voortdurend bij u allen zijn, opdat gij verder moogt komen en u in het geloof verblijden. Dan zult gij ruimschoots reden hebben om over mij te roemen in Christus Jezus, wanneer ik weder bij u kom. Alleen, gedraagt u waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig blijf, ik van u moge horen, dat gij vaststaat in één geest, één van ziel medestrijdende voor het geloof aan het evangelie, zonder dat gij u in enig opzicht door de tegenstanders laat beangstigen. Hierin is voor hen een aanwijzing van hún verderf, doch van úw behoud, en dat van Godswege. Want aan u is de genade verleend, voor Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, in dezelfde strijd, die gij eens van mij hebt gezien en nu van mij hoort.